Spanje
Jan Willem
de Haan
Titel: Advocaat (Amsterdam) en Abogado (Barcelona)
Kantoor: De Haan Abogados
Email: dehaan@dehaanabogados.com
Mobiel: (+34) 934671400
Fax: (+34) 932150404
Rechtsgebieden: Grensoverschrijdende geschillen en mediation (Nederland-Spanje), ondernemingsrecht, faillissementen, onroerend goed
Lidmaatschap advocatenorden: Utrecht: 1988-1989; Amsterdam: 1989 – heden; Madrid: 1991 – heden; Barcelona: 1992 – heden
Universitaire studies: Nederlands recht, Universiteit van Amsterdam, 1987, Spaans recht, homologatie door Spaanse Ministerie van Onderwijs, 1991
Talen: Nederlands (moedertaal); Spaans, Engels (vloeiend); Italiaans, Duits, Frans (goed)
Ervaring: Nederland: 3 jaar, Spanje: 25 jaar
Overige bijzonderheden: Vertegenwoordiger van de Orde van Advocaten Barcelona (ICAB) voor de Amsterdamse Orde van Advocaten. Lid van Insol Europe.
Juridische gids Spanje
Land van ongekende mogelijkheden
Spanje biedt ongekende mogelijkheden. De salariskosten dalen snel en de productiviteit neemt toe. Er bestaan nog grote culturele verschillen met het noorden van Europa, die voor een groot deel zullen blijven bestaan. Maar Spanje heeft de afgelopen 30 jaar ook veel gemoderniseerd. Met voldoende kennis over de Spaanse manier van zaken doen, zijn er heel veel oportunidades en valt er goed zaken te doen in Spanje.
Ooit was Spanje voor relatief korte tijd een grootmacht. Onder Karel V behoorden Spanje, Oostenrijk (Oostenrijkse erflanden), grote delen van Italië, Bourgondië (waaronder de Nederlanden, België en delen van Oost Frankrijk), het Duitse Keizerrijk, Zuid-, Midden- en delen van Noord-Amerika, de Filippijnen, tot een en hetzelfde Spaanse rijk.
Helaas is het de Spanjaarden niet gelukt om hun wereldrijk bijeen te houden. Dat hebben ze grotendeels aan zichzelf te danken. Bijvoorbeeld door zinloze oorlogen te financieren, zoals de verovering van Engeland in 1588, en op de pof te leven van het goud uit Zuid-Amerika en de Zuid-Amerikaanse koloniën.
Spanje is sinds Karel V diep afgegleden. De 19e en 20e eeuw kenmerkten zich door burgeroorlogen en het verdere verlies van koloniën. Dit hele proces culmineerde in een zeer bloedige burgeroorlog tussen 1936 en 1939. Tot 1975 werd het land geregeerd door een dictator.
In 1986 is Spanje toegetreden tot de Europese Unie. De geldkraan van de EU heeft gezorgd voor een ongekende groei tot aan 2008. Toen bleek dat, net zoals 400 jaar eerder, al dat geld aan speculatieve, onzinnige bouwprojecten en infrastructuur is uitgegeven (zoals vijf nieuwe, ongebruikte vliegvelden).
Spanje verkeert in een zware crisis en zal nu moeten gaan aantonen dat het op eigen benen kan staan. Het zal niet eenvoudig zijn, maar het is de Spanjaarden duidelijk dat het nu of nooit is.
Daarom biedt Spanje nu ongekende mogelijkheden. De salariskosten dalen snel en de productiviteit neemt toe. Er bestaan nog grote culturele verschillen met het noorden van Europa, die voor een groot deel zullen blijven bestaan. Maar Spanje heeft de afgelopen 30 jaar ook veel gemoderniseerd. Met voldoende kennis over de Spaanse manier van zaken doen, zijn er heel veel oportunidades en valt er goed zaken te doen in Spanje.
De meest gangbare rechtsvorm is de besloten vennootschap, sociedad de responsabilidad limitada of ook sociedad limitada. Deze rechtsfiguur is gebaseerd op de Europese richtlijnen en vergelijkbaar met de Nederlandse BV. Grootste verschillen met de Nederlandse BV:
- Minimumkapitaal € 3.000;
- Uitgebreide bestuurdersaansprakelijkheid (negatief eigen vermogen is verboden);
- Meer formele vereisten bij het nemen van bestuurs – en aandeelhoudersbesluiten;
- Niet-residente bestuurders en aandeelhouders moeten een Spaans identiteitsnummer aanvragen en een fiscaal vertegenwoordiger benoemen.
De agentuurrelatie wordt beheerst door de wet op de agentuur 12/1992, ingevoerd als voortvloeisel van EU-richtlijn 86/653. De schriftelijke vorm is niet vereist maar partijen kunnen dit wel van elkaar eisen. Het is verstandig om een schriftelijk contract te sluiten, met name voor het regelen van de schadevergoedingsregeling bij het verbreken van de relatie. De Spaanse wet bepaalt dat de rechter van de woonplaats van de agent exclusief bevoegd is. Dit staat mogelijk op gespannen voet met de vrije keuze die EU-verordening 44/2001 voorziet. Ten slotte is het van belang dat de relatie met de agent op arms’ length moet zijn om te voorkomen dat de principaal geacht wordt een vaste inrichting in Spanje te hebben met alle gevolgen van dien.
Spanje kent een speciale procedure voor onbetwiste facturen (of andere documenten waaruit binnen de betreffende rechtsverhouding normaliter de betalingsverplichting blijkt) dan wel vorderingen die blijken uit door de schuldenaar ondertekende bewijsstukken, zolang de vordering het bedrag van € 250.000 niet overschrijdt. Deze zogeheten monitorio kan met behulp van formulieren aanhangig worden gemaakt. Eenmaal aanhangig zal de griffie de schuldenaar oproepen binnen twintig dagen te betalen dan wel te verschijnen om de vordering te betwisten. Als de schuldenaar niet betaalt en de vordering evenmin betwist, verkrijgt de schuldeiser een executoriale titel. Als de schuldenaar de vordering betwist, wordt de monitorio stopgezet en zal de schuldeiser binnen een maand een reguliere procedure aanhangig moeten maken. Laat hij dat na, dan wordt hij in de kosten van de monitorio veroordeeld.
De reguliere procedure kent twee vormen: het juicio verbal en het juicio ordinario. De Spaanse wet vermeldt een flink aantal zaken die naar hun aard in een juicio verbal dan wel juicio ordinario behandeld moeten worden. Voor het overige geldt dat zaken met een belang tot en met € 6.000 in een juicio verbal worden afgehandeld en zaken met een groter financieel belang in een juicio ordinario. Beide procedures beginnen met een dagvaarding, zij het dat voor vorderingen tot € 2.000 in het geval van een juicio verbal, ook een standaardformulier gebruikt kan worden om de zaak aanhangig te maken. Het juicio verbal wordt vervolgens in één zitting afgehandeld. In een juicio ordinario volgt een conclusie van antwoord en in ieder geval twee zittingen, een regiezitting en een zitting waarin de zaak inhoudelijk behandeld wordt.
Nee, er bestaat geen kort geding in Spanje. Dit is een groot manco in het Spaanse systeem waardoor het niet makkelijk is om snel iets recht te zetten. Het is dus cruciaal om in Spanje preventief te werk te gaan.
Het bestuur van een vennootschap wordt benoemd door de Algemene vergadering van aandeelhouders. Van de notulen van deze vergadering kan een zittende bestuurder of nieuw benoemde bestuurder, dan wel in het geval van een raad van bestuur diens secretaris, een certificaat opstellen. Dat certificaat moet, ten bewijze van diens aanvaarding van de functie, ook door de nieuwe bestuurder ondertekend worden. Een eventueel vertrekkende bestuurder zal in de meeste gevallen ook moeten tekenen. De handtekeningen dienen door een notaris te worden gelegaliseerd. Het certificaat moet vervolgens bij het Handelsregister worden ingeschreven. De bestuurder ontvangt een vergoeding conform de statutaire regeling daarover (bij afwezigheid van een dergelijke regeling ontvangt de bestuurder geen vergoeding).
De bestuurder valt in beginsel buiten het arbeidsrecht. Er kan ook voor worden gekozen om een directeur in een arbeidsrechtelijke verhouding aan te stellen die verder geen bestuurder is. Om de directeur de vennootschap te laten vertegenwoordigen zal in dat geval aan de directeur-werknemer een notariële volmacht verleend moeten worden om namens de vennootschap op te treden. Deze volmacht kan in het handelsregister ingeschreven worden. Het is ook mogelijk om de bestuurder een arbeidsovereenkomst te geven waardoor er een vennootschaps- en arbeidsrelatie ontstaat.
Het Spaanse recht maakt onderscheid tussen disciplinair ontslag, gegrond ontslag en ongegrond ontslag. Disciplinair ontslag is mogelijk bij ernstig tekortschieten door de werknemer. In dat geval heeft de werknemer geen recht op een schadevergoeding. Als een van de (wettelijke) gronden voor gegrond ontslag zich voordoet (bijvoorbeeld bij ongeschiktheid van de werknemer of noodzaak tot inkrimping om economische redenen) heeft de werknemer recht op een ontslagvergoeding ter hoogte van het loon voor 20 dagen per gewerkt jaar met een maximum van twaalf maandsalarissen. Het ontbreken van gronden voor ontslag staat dat ontslag niet in de weg (een enkele nietigheidsgrond daargelaten). In dat geval is het ontslag ongegrond en heeft de werknemer recht op een ontslagvergoeding ter hoogte van het loon voor 33 dagen per jaar in loondienst, met een maximum van 24 maandsalarissen.
Hier moet nog wel aan toegevoegd worden dat tot voor kort, dat wil zeggen de recente hervorming van het arbeidsrecht, de schadevergoeding 45 kalenderdagen per gewerkt jaar beliep. Voor de periode voorafgaand aan die hervorming moet dan een schadevergoeding van 45 kalenderdagen per dienstjaar betaald worden.
Hoewel ontslag in beginsel altijd mogelijk is, moet wel aan een aantal strenge vormvereisten zijn voldaan. Gebeurt dat niet, dan bestaat het risico dat een rechter op vordering van de werknemer oordeelt dat het ontslag niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor ontstaat een loonaanspraak van de werknemer over de maanden dat de procedure heeft geduurd. Afhankelijk van het aantal werknemers dat ontslagen moet worden en het aantal dienstjaren dat deze werknemers achter de rug hebben, kan het zinvol zijn om de ongegrondheid van het ontslag op voorhand te erkennen. Daarmee wordt de werknemer de mogelijkheid ontnomen om een (kostbare) procedure op te starten die mogelijkerwijs succesvol is.
Jan Willem de Haan, januari 2025