China

Blogposts van Choy Yiu Chan

Juridische gids China

Cultuurverschillen

China is sinds geruime tijd een aantrekkelijk gebied voor Westerse bedrijven voor verdere exploitatie. De enorme afzetmarkt, groeiende economie en goedkope arbeid en producten waren lange tijd de voornaamste redenen voor Westerse bedrijven om een poging tot ondernemen te wagen ondanks China’s twijfelachtige reputatie. Daarover zijn zowel vele succesverhalen als mislukte operaties te vertellen.
Essentieel bij het doen van zaken in China is dat je je bewust bent van de cultuurverschillen, de rol die de (communistische) overheid speelt en de bureaucratie. Voorbereiding en juiste informatie verkrijgen is vanzelfsprekend uitermate belangrijk.

  • Investeringen door buitenlanders (niet-Chinezen) in China is strikt gereguleerd door de overheid. Er zijn beperkingen wat rechtsvorm en industrie betreft.

    De meest gebruikte rechtsvorm door een buitenlandse partij zonder samenwerking met een lokale, Chinese partner is de Wholly Foreign Owned Enterprise (WFOE), redelijk vergelijkbaar met de Nederlandse BV oude stijl, dus met een minimum geregistreerd kapitaal (hoogte verschilt per locatie, en is afhankelijk van het business plan), beperkte aansprakelijkheid en een bestuur met één of meerdere directeuren (oneven aantal). Een verschil met de Nederlandse BV is dat het minimum geregistreerd kapitaal niet in aandelen is verdeeld.

    Belangrijk is dat de WFOE in principe door één persoon vertegenwoordigd kan worden: de legal representative. Dit kan één van de directeuren of de general manager zijn. In plaats van handtekeningen wordt in China gebruik gemaakt van stempels (chop). Met het stempelen van documenten met één van de officiële chops is de onderneming in principe gebonden aan de afspraken.

    Het opzetten van een WFOE is omslachtig onder andere door de in te dienen gelegaliseerde dan wel genotariseerde documenten en neemt enkele maanden in beslag, waarbij goedkeuring moet worden verkregen van verschillende overheidsinstanties. Elke wijziging van de WFOE (bijvoorbeeld wijziging in eigendom, directeur, geregistreerd kapitaal) dient weer door diezelfde overheidsinstanties goedgekeurd te worden.

    Verder kunnen buitenlandse investeerders gebruik maken van de Representative Office (geen rechtspersoon) en in samenwerking met een Chinese partner een Joint Venture opzetten. Samenwerking met een Chinese partner is heel vaak problematisch en wordt dan ook over het algemeen afgeraden, tenzij het gaat het om een industrie waarin een buitenlandse partij niet mag opereren zonder een Chinese partner. In dat geval is het vanzelfsprekend verstandig om vooraf goede schriftelijke afspraken te maken.

  • Het aanstellen van een agent is in principe vormvrij maar in sommige gevallen eist de wet dat de aanstelling schriftelijk geschiedt (bijvoorbeeld het aanstellen van een advocaat voor een gerechtelijke procedure). Indien een schriftelijke overeenkomst vereist is, dient daarin de opdracht met de duur en de omvang nauwkeurig te worden beschreven. Onduidelijkheden komen voor rekening van de principaal.

  • Er is geen speciale incassoprocedure in China. Bij een uitstaande geldvordering moet de normale rechtsgang worden gevolgd. Deze procedure neemt doorgaans zes maanden in beslag maar de rechtbank kan extra tijd nemen indien dat nodig is. Problematisch in China is het ten uitvoer brengen van het vonnis en het daadwerkelijk innen van het geld. Er kan vooraf beslag worden gelegd in spoedeisende gevallen maar de rechtbank zal doorgaans om een garantie (te betalen aan de rechtbank) vragen.

  • Ja, voor eenvoudige zaken waar een laag bedrag mee gemoeid is, kan een kortere procedure gevolgd worden. De duur hiervan is circa drie maanden, dus nog wel langer dan een kort geding procedure zoals wij die in Nederland kennen.

  • Een directeur wordt benoemd door de investeerder(s) bij besluit. De benoeming of wijziging dient daarna ingeschreven te worden bij verschillende overheidsinstanties. Deze procedure kan enkele maanden in beslag nemen.

  • De ontslagmogelijkheden zijn vergelijkbaar met het Nederlandse systeem met dien verstande dat er geen tussenkomst van de rechter of overheidsinstantie bij ontslag is vereist. De werkgever dient een geldige reden te hebben (en te bewijzen, indien nodig) en in sommige gevallen (ziekte, zwangerschap, leeftijd, etc.) is het niet toegestaan om tot ontslag over te gaan.

    De werkgever moet bijna altijd een vergoeding betalen: zelfs als de werkgever de arbeidsovereenkomst niet verlengt na afloop van de termijn. Enkel in situaties van ontslag op staande voet is de werkgever niet gehouden om een vergoeding te betalen. De vergoeding is gebaseerd op de lengte van het dienstverband waarbij één dienstjaar één maand salaris oplevert en diensttijd korter dan 6 maanden een halve maand salaris met een maximum van 12 maandsalarissen. Voor de berekening van het maandsalaris geldt een plafond van drie maal het gemiddelde lokale salaris, zoals jaarlijks gepubliceerd door de lokale overheid.

    Daarnaast dient de werkgever meestal een opzegtermijn (wettelijk een maand) te respecteren. Indien de werkgever geen geldige reden heeft en ook geen overeenstemming met de werknemer heeft bereikt, loopt de werkgever bij ontslag het risico dat de werknemer in een procedure herstel van zijn dienstverband en/of aanvullende schadevergoeding eist, die hoger ligt dan de wettelijke vergoeding.

Choy Yiu Chan, januari 2025