Duitsland

Juridische gids Duitsland

    • de Nederlander wil een goede prijs, de Duitser wil zekerheid
    • de Nederlander denkt vooral in termen van handel, de Duitser vooral in termen van systemen
    • de Nederlander denkt in termen van redelijkheid, de Duitser in termen van voorspelbaarheid

    Dit zijn geen juridische verschillen maar cultuurverschillen

    • een man een man, een woord een woord
    • goed georganiseerd
    • efficiency
    • kwaliteit
    • klanttevredenheid
  • Nederlanders en Duitsers kunnen goed met elkaar samenwerken, zolang er geen conflict is. In de fase van conflictbeslechting blijft van deze goede samenwerking maar weinig over. Daar waar men elkaar nog even te voren uitstekend leek te begrijpen, heerst bij het opkomen van de eerste golfjes, onbegrip voor elkaar. Bij spanningen schieten Nederlanders en Duitsers volledig verschillende kanten op. Nederlanders proberen een ouwe jongens krentenbrood sfeer te creëren, om daarin het vertrouwen onder elkaar te herwinnen. Duitsers hebben bij conflicten als snel het gevoel door ‘die handige Nederlanders’ über den Tisch gezogen zu werden. Het enige dat de Duitser op zo’n moment hebben wil, is duidelijkheid.

    Het beste advies aan de Nederlander bij opkomende problemen in een zakelijke relatie is: schrijf een duidelijke brief waarin je uiteenzet wat je positie is, waar je staat en wat je van je Duitse partner of wederpartij verlangt. Dat wat de Nederlander wellicht als een te agressieve en directe stap beschouwt, doet wonderen bij de Duitser. De Duitser is blij met de duidelijkheid en zekerheid over wat hij aan de Nederlander heeft en zal dan eerder zijn kaarten op tafel leggen en zijn steentje bijdragen om uit de impasse te komen.

  • De belangrijkste rechtsvormen voor investeringen zijn de Aktiengesellschaft (AG) en de Gesellschaft mit beschränkter Haftung (GmbH). De AG is verwant met de Nederlandse NV en de GmbH en de UG (haftungsbeschränkt) met de BV. Maar er bestaan belangrijke verschillen.

    Oprichting van de AG, de GmbH en de UG (haftungsbeschränkt) geschiedt bij de notaris. Om ten opzichte van derden beperkt aansprakelijk te zijn, moet de vennootschap bij het handelsregister ingeschreven zijn. De inschrijving duurt gemiddeld één tot twee maanden. Het bedrag dat bij oprichting gestort moet worden, is bij de AG € 50.000 en bij de GmbH € 25.000. Is de inbreng in geld en niet in goederen, dan hoeft voor de AG en de GmbH slechts een bedrag van € 12.500 betaald te worden. Bij de UG (haftungsbeschränkt) bedraagt de stortingsplicht slechts één euro (!).

    Overdracht van GmbH-aandelen of UG-aandelen is in beginsel vrij. Alleen een notariële akte is vereist. Niettemin kan de overdracht in de statuten aan voorwaarden worden gebonden, zoals in Nederland.

    Bij AG-aandelen is overdracht zonder notaris mogelijk. Er bestaan verschillende wijzen om aandelen over te dragen. Soms moet op het aandeel zelf de overdracht worden ondertekend, soms is alleen de fysieke overdracht van het aandeelpapier vereist. Overige voorwaarden kunnen in de statuten worden opgenomen.

    Bij verpanding van de aandelen moet de overdracht van de (aandeels)rechten aan de pandhouder expliciet worden overeengekomen.

  • Het aanstellen van een handelsagent is in beginsel vormvrij. Hij kan dus ook stilzwijgend of mondeling worden aangesteld. Hierbij is van belang dat de agent voortdurend, dus niet per specifieke opdracht, voor de principaal gaat werken. Ook moet hij zelfstandig zijn. Zelfstandig werken betekent dat de agent vrij moet zijn bij het verrichten en structureren van zijn werkzaamheden en werktijden. Wordt die vrijheid teveel beperkt, dan kan de verhouding tussen principaal en agent als arbeidsovereenkomst beschouwd worden, met alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten.

    Belangrijke vereisten zijn dat de agent al betaling mag vorderen na bemiddeling van de overeenkomst tussen derde en principaal. Dus voor het ontstaan van de provisieaanspraak is het leveren van de goederen of het betalen van de koopsom niet noodzakelijk.

    De hoogte van provisie wordt berekend op basis van de koopsom. Daarbij kunnen kortingen en andere nevenkosten, gemaakt door de principaal, niet van de koopsom worden afgetrokken.

    Ook na beëindiging van de handelsovereenkomst moet aan de agent onder omstandigheden de goodwillvergoeding worden doorbetaald. Deze vergoeding geldt op basis van Europees recht in meerdere Europese landen (waaronder Nederland).

    Ook een distributeur kan onder omstandigheden aanspraak maken op een gooodwillvergoeding.

  • Het Duitse procesrecht biedt de mogelijkheid om relatief snel, voor kosten die vaak onder het Nederlandse niveau liggen, een vonnis tegen de schuldenaar te verkrijgen. Daarenboven moet de debiteur de proceskosten van de Duitse incasso, dat wil zeggen ook de kosten van de advocaat van de crediteur, vergoeden.

    De Duitse wet heeft voorzien in een eenvoudige en relatief goedkope procedure voor het verkrijgen van een executoriale titel (vonnis) voor onbetaalde rekeningen: het Mahnverfahren. Uitgebreide informatie in de Nederlandse taal vindt u op www.mmrecht.com/inkasso/incasso_duitsland.php

    Het Mahnverfahren heeft model gestaan voor het Europees Betalingsbevel.

  • Het Duits recht kent de einstweilige Verfügung, voorlopige maatregel. Zij wordt in de meeste gevallen verleend voordat de wederpartij gehoord is. Als bewijs voor de stellingen in het verzoekschrift wordt gebruik gemaakt van eidesstattliche Versicherungen, schriftelijke verklaringen onder ede. Na toewijzing kan een mondelinge behandeling plaatsvinden. In principe dient aansluitend een hoofdprocedure aanhangig gemaakt te worden.

    Een incasso kort geding bestaat niet. Daarvoor is het Mahnverfahren, zie hierboven.

  • Een directeur, bestuurder, Geschäftsführer, is altijd een natuurlijke persoon. Een BV-bestuurder, zoals in Nederland mogelijk is, bestaat in Duitsland niet.

    Ten eerste is de vraag, welke rechten en plichten de directeur tegenover de vennootschap zal hebben. Hierbij is te denken aan vertegenwoordigingsbevoegdheid, besluitvorming, aansprakelijkheid, bevoegdheden binnen de onderneming.

    De traditionele vorm van directeursaanstelling komt neer op zijn benoeming tot bestuurder van de vennootschap. Hij is dan volledig vertegenwoordigingsbevoegd, neemt besluiten en is aansprakelijk als hij niet als een redelijk bestuurder handelt. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de vennootschap. Bij de GmbH en de UG (haftungsbeschränkt) wordt de bestuurder door de aandeelhouders aangesteld. De bestuurder moet bij het handelsregister, dat bij het plaatselijk AmtsgerichtRegistergericht, gevoerd wordt, worden aangemeld. Bij de Aktiengesellschaft (AG) wordt de bestuurder voor vijf jaar door de Raad van Commissarissen aangesteld. De periode is verlengbaar, telkens voor 5 jaar.

    Bij de aanstellingsovereenkomst van de bestuurder is het Duitse arbeidsrecht niet van toepassing. Bij beëindiging van de overeenkomst heeft de directeur ook niet de mogelijkheid een ‘Kündigungsschutzklage’ in te stellen. Voor een bewaar tegen beëindiging van de aanstelling is de gewone rechter en niet het ‘Arbeitsgericht’, bevoegd. Daardoor is de duur van een dergelijke procedure langer dan bij een arbeidszaak.

    Bij beëindiging van de aanstelling van de bestuurder is belangrijk dat hij enerzijds zijn ondernemingsrechtelijke positie als bestuurder opgeeft en dat anderzijds de aanstellingsovereenkomst beëindigd wordt.

    In het algemeen kan van de algemene wettelijke bepalingen door de statuten worden afgeweken. Dat geldt ook voor bijkomende aanstellingsvereisten.

  • Als een werknemer wordt ontslagen en hij voor ten minste zes maanden was aangesteld, heeft hij of zij het recht, binnen drie weken na ontslag een Kündigungsschutzklage bij het Arbeitsgericht in te stellen. De gegrondheid van de dagvaarding wordt meestal binnen 6 weken door het Arbeitsgericht beslist. Mogelijkheid tot hoger beroep is er onder gewone omstandigheden niet.

    Bij gegrondheid van de klacht moet de werkgever een vergoeding betalen. Doorgaans is het bedrag gelijk aan ten hoogste twaalf maandsalarissen. De werknemer heeft recht op 15 maandsalarissen, als hij of zij ouder dan 50 jaar is en al 15 jaar voor de werkgever heeft gewerkt. Is hij al 18 jaar in dienst en 50 jaar oud, heeft hij recht op een vergoeding tot 18 maanden. De eis is gegrond, als de rechter geen economische redenen ziet, die ertoe leiden dat de werkgever een werknemer ontslaat. Ook is de eis gegrond als de feitelijke grondslag tot ontslag discriminerend is en niet strikt gebaseerd is op het niet goed functioneren van de werknemer.

    In Duitsland geldt als algemene regel dat de verliezer van de procedure de volledige kosten van de procedure moet betalen, inclusief de advocatenkosten van de winnende partij.

    Daarnaast komt het vaak voor dat in de individuele arbeidsovereenkomst bijzondere regels zijn opgenomen ten aanzien van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Murk Muller, januari 2025