Eerder gepubliceerd in “Advocaten pleiten staande”, Feestbundel 50 jaar Advocatenwet, 2002
Ouverture
Een brief van de Anwaltskammer, net nadat ik mijn eigen kantoor in Berlijn geopend had:
Berlin, 8. Mai
Briefkopfgestaltung
Sehr geehrter Herr Kollege,
in vorbezeichneter Angelegenheit wird mitgeteilt, daß nach Auffassung des Vorstandes der Rechtsanwaltskammer Berlin der von Ihnenverwendete Briefbogen unzulässig ist. Dort heißt es: “Schwerpunkte: Transport und Handel”
Nach dem derzeitigen Stand der Erörterungen in der Satzungsversammlung ist sowohl die Angabe von Tätigkeits- als auch von Interessenschwerpunkten zulässig. Diese müssen jedoch als solche gekennzeichnet sein, und bestimmte Rechtsgebiete bezeichnen, also etwa Transportrecht oder Handelsrecht.
Da unzulässige Angaben auf dem Briefbogen gleichzeitig einen Verstoß gegen § 43 b BRAO darstellen, fordern wir Sie auf, Ihren Briefkopf entsprechend zu änderen und dies binnen drei Wochen nach Zugang dieses Schreibens nachzuweisen.
mit kollegialer
Hochachtung
Abteilung IV
Der Vorsitzende
“Ah, Sie sind Niederländer?”
In 1996 had ik de drieste stap gezet in Berlijn voor mijzelf te beginnen. Mijn kantoor was nog geen twee maanden oud, toen deze brief uit de lucht kwam vallen. Binnen drie weken bewijzen dat ik mijn briefpapier aangepast had… Ik was trots op mijn briefpapier. De grootste post op mijn openingsbudget was mijn briefpapier. Moest ik vanwege zo’n onbenulligheid die hele stapel weggooien en nog een keer zoveel geld uitgeven?
Ik schreef een woedende brief. Een collega advocaat, die bij de oprichting van het nieuwe kantoor mijn steun en toeverlaat was, zag het concept en wist mij van verzending te weerhouden. Nee, gewoon opbellen en een afspraak met de Vorsitzende maken. Hij legde ook uit wat het verschil tussen de “Anwaltskammer” en de Anwaltsverein is. “Anwaltskammer, das sind die Polizisten.” De Anwaltsverein, daarentegen, is de belangenbehartiger. Hij kon het nog korter zeggen: “Die Anwaltskammer ist gegen die Anwälte, der Anwaltsverein ist für die Anwälte”. Ik belde de Vorsitzende van de Anwaltskammer op en maakte een afspraak voor twee weken later. Toen was ik weer wat bedaard.
De Vorsitzende ontving mij beleefd, koel en afstandelijk. Ik legde hem uit, dat er op mijn briefhoofd natuurlijk “Transport” en “Handel”stond en niet “Transportrecht” en “Handelsrecht“. Waarom zou een client moeten weten onder welk rechtsgebied zijn probleem valt? “Ik ben een advocaat die juridische problemen in het transport en de handel oplost en zo staat het op mijn briefpapier. Al het andere is client-onvriendelijk”. Hij keek mij verwonderd aan. Ik vervolgde: “Zo zien wij Nederlanders dat, heel pragmatisch”. “Ah, Sie sind Niederländer? Und auch niederländischer advocaat?” Het gesprek kreeg een heel andere wending.
Hoe bent U in Berlijn terecht gekomen? Bevalt het U in Berlijn? Verschilt het Duitse recht erg van het Nederlandse? Op het einde vroeg hij, wat hij nu met mijn briefhoofd moest doen. Ik herinnerde hem eraan, dat de nieuwe gedragsregels, waarop hij zich in zijn brief beroepen had, nog niet vaststonden. Dat was een goed idee. Hij zou het geval intern bespreken. Persoonlijk begeleidde hij mij naar de uitgang, hielp mij in mijn jas en zei: “Also, mit Ihnen haben wir etwas ganz besonderes in Berlin…” Een voldane glimlach onderdrukte ik met moeite.
Op 17 juni van dat jaar kreeg ik een brief van de Vorsitzende: “Die Abteilung hat beschlossen, daß das Inkrafttreten der Berufsordnung abgewartet werden soll”. Het nieuwe gedragsrecht is pas inwerking getreden, toen de stapel briefpapier op was. In de tweede oplage heb ik het gewraakte toevoegsel maar weggelaten.
Anwaltsladen
Jaren later creerde ik de “Anwaltsladen”, het virtueel georganiseerd advocatenkantoor. Het briefhoofdgeval lag nog te vers in het geheugen. Het leek mij een goed idee vóór openbaarmaking de Anwaltsladen te verzekeren van ondersteuning, ditmaal van de Anwaltsverein. Wederom een geprek met een Vorsitzende. Wederom aanvankelijk een moeizaam gesprek. Was dat “standesrechtlich” allemaal niet zeer bedenkelijk? “Datenschutz”, “Niederlassungspflicht”, “Geheimhaltungspflicht”. Hoe meer ik uitlegde, dat al die aspecten gewaarborgd waren, hoe meer bezwaren hij wist te bedenken. Toen werd ik boos. “Als je de ontwikkeling van de advocatuur alleen laat afhangen van wat er wel en niet mag, dan gebeurt er nooit wat nieuws. Laten we eerst de goede kanten van de Anwaltsladen bespreken en daarna het gedragsrecht.“ Geschrokken voldeed hij aan mijn verzoek. Aan het gedragsrecht zijn we niet meer toegekomen. Hij werd zo enthousiast, dat hij voorstelde om een Anwaltsladen in het nieuwe kantoor van de Bundesanwaltsverein op te bouwen. In dit land van wetsgetrouwen is heel wat mogelijk, als je maar het geluk hebt de juiste insteek te vinden.
Als afsluiting en compensatie: Ik krijg al vanaf het begin zaken van Duitse clienten tegen Duitse wederpartijen over gevallen die zich geheel en al in Duitsland afspelen. Deze openheid en dit vertrouwen tegenover een buitenlander, daar kunnen de Nederlanders nog wat van opsteken.
Berlijn, mei 2002
Murk Muller