Zoals New York niet echt een afspiegeling vormt van Amerika, is Londen niet echt een afspiegeling van Engeland. Een Engelsman van buiten Londen (i.e. “the countryside“) kan zich in Londen gemakkelijk een buitenlander voelen. Hetzelfde geldt voor een Engelse advocaat. Zo is er een groot verschil tussen het werken als Engelse advocaat in Londen en buiten Londen. Voor de buitenwereld is het meest in het oog springende verschil het uurtarief, dat in Londen aanzienlijk hoger is dan daarbuiten. Engelse kantoren met zowel vestigingen in en buiten Londen proberen daarom steeds meer om bepaald soort werk alleen maar in vestigingen buiten Londen te doen op basis van een buiten Londens uurtarief.
In Engeland worden twee soorten advocaten onderscheiden – een solicitor en een barrister. De solicitors lijken het meest op een Nederlandse advocaat, met uitzondering van het procederen. In Engeland zijn het van oudsher namelijk de barristers die het Engelse procederen domineren. Meer recentelijk worden ook bepaalde solicitor-litigators van zogenaamde “rights of audience” voorzien en worden barristers meer dan voorheen ook betrokken bij de juridische advies praktijk. Dat laatste met name voor het verschaffen van opinies. Deze opinies betreffen veelal juridische vraagstukken, die wellicht tot een toekomstig juridische procedure zouden kunnen leiden. De meest gewaardeerde, en vaak wat oudere, barristers dragen de titel “Queens Counsel of “QC“. Hoewel het uurtarief van de top QCs in Londen nog hoger is dan dat van de solicitors, zijn in mijn ervaring QCs, met name in de meer complexe zaken, desalniettemin “great value for money“.
Zelf ben ik vanuit Amsterdam in 2000 naar Londen vertrokken. Al jaren werk ik nu in Londen als een Engelse solicitor en adviseer ik, zowel Nederlandse als niet Nederlandse cliënten, over het Engelse recht. Met name in mijn specialisatiegebied van herstructureringen en (grensoverschrijdende) insolventies neemt Londen een bijzondere plaats in.
Ik werk veel met durfkapitalisten (ofwel “funds“) die gespecialiseerd zijn in het maken van investeringen (zogenaamde “distressed investments“) in bedrijven (of financiële instellingen) die in financiële moeilijkheden verkeren. Als wereldwijd erkend financieel centrum is Londen een ware magneet voor zowel Amerikaanse als (Continentaal) Europese investeerders. Veel leningen, of andere financiële instrumenten (zoals derivaten), die door Europese bedrijven (met of zonder grensoverschrijdende activiteiten) worden aangetrokken zijn aan het Engelse recht onderworpen. Nu het geld vaak in Londen zit of uit Londen komt, wordt Londen voor zowel bedrijven als investeerders gezien als de springplank voor Continentaal Europa. Hoewel de voertaal in Londen – niet verrassend – Engels is, wordt het Engels gesproken met een groot aantal verschillende accenten. Eén daarvan is mijn mengelmoes Amerikaans/Brits/Nederlands accent.
Daarnaast is het ook nog zo dat Engeland (vertegenwoordigd door Londen) in mijn specialisatiegebied als inspiratiebron dient voor Continentaal Europese jurisdicties, zoals Nederland. Eén van de redenen hiervoor is de succesvolle toepassing in Europese situaties van bepaalde Engelse herstructureringstechnieken op zowel Engelse als buitenlandse bedrijven. Een goed voorbeeld hiervan is het Engelse buitengerechtelijke akkoord (i.e. “Scheme of Arrangement“). Het internationale succes van het Engelse buitengerechtelijk akkoord (waarmee, kort samengevat, buiten een formele insolventieprocedure een meerderheid een minderheid kan binden) heeft er eind vorig jaar in geresulteerd dat in het Nederlandse wetsvoorstel “Wet continuïteit ondernemingen II” er een Nederlands buitengerechtelijk akkoord is geïntroduceerd dat is geïnspireerd op haar Engelse tegenhanger. Een ander aansprekend voorbeeld is de zogenaamde Nederlandsepre-pack sale die is opgenomen in het, nog steeds niet aangenomen, Nederlandse wetsvoorstel “Wet continuïteit ondernemingen I” uit 2013. Op proef reeds in de praktijk toegepast in een aantal belangrijke arrondissementen, laat de Nederlandse pre-pack salede niet openbare aanstelling van een zogenaamde “stille curator” toe om zo op een meer gecoördineerde wijze een succesvolle doorstart in faillissement voor te bereiden. Ook deze Nederlandse pre-pack sale is geïnspireerd op een soortgelijke Engelse procedure die al jarenlang in Engeland wordt gehanteerd om de onderneming van in financiële moeilijkheden verkerende bedrijven te redden.
Kortom, om de gestelde vraag in de titel van deze bijdrage te beantwoorden, ik ervaar Londen inderdaad als de inspirerende multiculturele springplank voor Continentaal Europa!