Inleiding:
Met de invoering van Boek 1 (“Algemene Bepalingen”) en Boek 5 (“Verbintenissen”) van het Burgerlijk
Wetboek op 1 januari 2023, is de invoering van een nieuw Belgisch contractenrecht een feit. Eerder
was op 1 november 2020 Boek 8 (“Bewijs”), op 1 september 2021 Boek 3 (“Goederen”), op 1 juli 2022
Boek 2 (“Personen, familie en relatievermogensrecht”) en tenslotte op 1 juli 2022, Boek 4
(“Nalatenschappen, schenking en testamenten”), in werking getreden.
De volgende Boeken zijn in voorbereiding:
• Boek 6 “(Buitencontractuele aansprakelijkheid”);
• Boek 7 “(Bijzondere contracten);
• Boek 9 (“Zekerheden”);
• Boek 10 (“Verjaring”);
Als men naar het nieuwe recht verwijst, spreekt men in België over het BW. Indien men naar het oude
recht verwijst spreekt men over “oud BW”.
De Code Napoléon wordt na ruim 200 jaar vervangen:
Het nieuwe contractenrecht vervangt het verbintenissenrecht, dat nog opgenomen was in het
Burgerlijk Wetboek van 1804 (de ”Code Napoléon”). De Belgische wetgever heeft in de loop der tijden
de bepalingen van de Code Napoléon, regelmatig heeft aangepast. Ook hebben zowel rechtspraak als
rechtsleer, vaak door creatieve of geforceerde interpretaties, ervoor gezorgd heeft, dat het Belgische
Burgerlijk Wetboek van 1804 in een steeds evoluerende samenleving nog enigszins hanteerbaar bleef.
Het Belgische Burgerlijk recht was echter weinig toegankelijk. Het was niet alleen te vinden in het
Burgerlijk Wetboek zelf, maar vooral in rechtspraak en rechtsleer. Koen Geens, minister van justitie in
de regering Michel, is in hoge mate verantwoordelijk voor de invoering van het de nieuwe bepalingen
in het Burgerlijk Wetboek, al werd het nieuwe verbintenissenrecht ingevoerd onder de regering De
Croo.
BW en oud BW:
De bepalingen van het nieuwe contractenrecht zijn van toepassing op rechtshandelingen, die dateren
vanaf 1 januari 2023. Het oude contractenrecht blijft van toepassingen op rechtshandelingen die
dateren van vóór 1 januari 2023 en ook op toekomstige rechtsgevolgen van deze rechtshandelingen.
Partijen kunnen overeenkomen, dat het nieuwe contractenrecht ook van toepassing zal zijn op de
rechtsgevolgen van contracten, die vóór 1 januari 2023 werden gesloten. De bepalingen zijn van
aanvullend recht, d.w.z. dat partijen daarvan in hun contract kunnen afwijken. Partijen kunnen
evenwel niet afwijken van bepalingen die van dwingend recht of van openbare orde zijn.
Hoofdlijnen van het nieuwe contractenrecht:
Het nieuwe contractenrecht is vooral een codificatie van bestaande rechtspraak, naast de invoering
van enkele nieuwe rechtsfiguren. Het nieuwe contractenrecht zal de kenbaarheid, de toegankelijkheid
en de hanteerbaarheid van het Belgische Burgerlijk recht vergemakkelijken.
De Belgisch wetgever heeft zich mede laten inspireren door min of meer recente vernieuwingen van
het contractenrecht in Nederland (1992), Duitsland (2002) en Frankrijk (2016). Ook de European2
Principles of Contract Law, the Common Frame of Reference (“CFR”) en de UNIDROIT Principles
speelden een rol.
De wetgever heeft getracht een evenwicht te vinden tussen het beginsel dat partijen vrij zijn de inhoud
van hun contractuele relatie te bepalen (“wilsautonomie”) en de bescherming van de zwakkere partij
en het algemeen belang. In een aantal gevallen wordt die wilsautonomie versterkt en in andere
gevallen primeert de bescherming van de zwakkere partij of het algemeen belang.
Boek 1 (“Algemene Bepalingen”):
Boek 1 geeft een algemeen begrippenkader dat horizontaal werkt, dus niet exclusief gekoppeld is aan
Boek 5 (“Verbintenissenrecht”): bepalingen over de wet in de tijd, definities van de rechtshandeling,
wilsuiting, kennisgeving, tijdsbepaling en voorwaarden, regels voor de berekening van termijnen,
vertegenwoordiging, subjectieve goede trouw en afstand van recht.
Artikel 10 bevat een voor het verbintenissenrecht zeer belangrijke bepaling over rechtsmisbruik: “Wie
zijn recht uitoefen op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van
dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst, maakt
misbruik van recht”.
Boek 5 (“Verbintenissenrecht”):
Boek 5 bevat bepalingen over verbintenissen uit een rechtshandeling (waaronder het contract), uit
een oneigenlijk contract, uit buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet.
Nieuwigheden:
Het nieuwe verbintenissenrecht bevat nieuw recht m.b.t. o.a. de volgende onderwerpen:
• Precontractuele aansprakelijkheid: niet alleen vergoeding van het negatieve belang (honoraria
advocaten, accountants, kosten due diligence etc.) bij foutief afbreken van onderhandelingen,
maar ook van het positieve belang (netto-voordelen niet afgesloten contract), indien het
contract zeker gesloten zou worden;
• Algemene voorwaarden: in geval van tegenstrijdige sets van algemene voorwaarden, komt het
contract tot stand en zijn beide sets van toepassing, met uitzondering van met elkaar
onverenigbare bepalingen. Een partij kan voorafgaand aan het sluiten van het contract
bepalen (doch niet in haar algemene voorwaarden) dat bij onverenigbare bepalingen, geen
contract tot stand komt;
• Schending van een voorkeurs-of optiecontract;
• Onrechtmatige bedingen: een algemene regeling voor onrechtmatige bedingen werd
opgenomen, naast de al bestaande bijzondere regels in het Wetboek van Economisch recht
voor onrechtmatige bedingen in B2B en B2C contracten;
• Nietigheid en de gevolgen daarvan: een contract zal niet noodzakelijk nietig worden verklaard,
zelf niet als het in strijd is met de openbare orde, nl. indien de nietigheid “kennelijk” geen
passende sanctie zou zijn. Het gaat eerder om een uitzondering. In geval van betwisting:
controle achteraf door de rechter;
• Nietigverklaring door kennisgeving: dit bespaart een gang naar de rechter. Niet van toepassing
in geval van een contract dat in een authentiek akte is neergelegd;
• Verandering van omstandigheden: wanneer een verandering van omstandigheden de
nakoming van het contract voor een partij onredelijk bezwarend maken, kan deze3
heronderhandeling van de contractvoorwaarden vragen. Indien deze mislukken of indien de
andere partij heronderhandeling weigert, dan kan de rechter verzocht worden het contract
aan te passen of te beëindigen, zo nodig in een versnelde procedure (“als in kortgeding”).
• De verlenging en de vernieuwing van het contract: verduidelijking van het onderscheid tussen
een verlenging en een vernieuwing van een contract;
• “Boeteding” (forfaitair schadebeding) heet voortaan schadebeding;
• Geldigheid bevrijdingsbedingen (exoneratieclausules): de schuldenaar zal zich niet meer
kunnen bevrijden voor bedrog van personen, voor wie hij verantwoordelijk is of voor de
aantasting van fysieke integriteit;
• Prijsvermindering als nieuwe sanctie in geval van niet ernstige wanprestatie, d.w.z. een
wanprestatie die de ontbinding van het contract niet rechtvaardigt;
• Werking in de tijd van post-contractuele verbintenissen en bedingen;
• De al in recente de rechtspraak toegepaste ontbinding op kennisgeving wordt gecodificeerd;
• Anticipatieve ontbinding, evenals de anticipatieve exceptie van niet-uitvoering, worden
mogelijk, met controle door de rechter achteraf in geval van betwisting;
1 Januari 2023
Marinus Vromans
Sirius Legal (www.siriuslegal.be)
Lid van Dutch Business Lawyers Abroad voor België (www.dbla.nl)