Wat is dat TFR?
Bij elke Nederlandse ondernemer die te maken krijgt met Italiaanse boekhouding en/of arbeidsrecht komt deze vraag op. Begrijpelijk aangezien het Nederlands recht geen gelijksoortig rechtsfiguur kent.
Artikel 2120 van het Italiaans burgerlijk wetboek bepaalt dat de werknemer in elk geval van beëindiging (in ogni caso di cessazione) recht heeft op een TFR (Trattamento di Fine Rapporto te vertalen als Beëindigingsvergoeding onder Italiaans recht), gelijk aan het jaarloon gedeeld door 13,5 vermenigvuldigd met het aantal dienstjaren. Dit is grofweg een maandsalaris per jaar.
Deze bepaling stamt uit 1927. Doel hiervan was oorspronkelijk om de werknemer een looncomponent te geven die aangroeit gedurende het dienstverband maar pas opeisbaar wordt aan het einde van het arbeidsovereenkomst ongeacht de reden(en) van beëindiging. Een soort appeltje voor de dorst voor donkere tijden dus.
Hoe zit het met de opeisbaarheid voor de werknemer van de TFR?
De werknemer heeft het recht om onder bepaalde omstandigheden (i.g.v. minimaal 8 jaar ononderbroken dienstverband, indien niet meer dan 10% van de gerechtigden werknemers dit vragen en er sprake is van buitengewone medische kosten of aankoop woning) een voorschot te vragen tot aan 70 % van de TFR.
De huidige regering heeft een wetswijziging ingevoerd waardoor werknemers in de private sector (ambtenaren zijn uitgesloten) met ingang van 1 maart 2015 TFR direct, elke maand, uit kunnen laten betalen. Hier wordt nauwelijks gebruik van gemaakt vanwege twee redenen. Enerzijds omdat betaling per maand hoger wordt belast dan betaling aan het eind van het dienstverband. Anderzijds aangezien de meeste werknemers graag het ‘appeltje voor de dorst’ achterhouden indien mogelijk.
Overigens is uitbetaling aan pensioenfondsen van de TFR gedurende arbeidsverhouding ook mogelijk. Ook hier wordt weinig gebruik van gemaakt. Waarschijnlijk is dit te wijten aan gebrek aan vertrouwen in particuliere pensioenfondsen en het feit dat bij insolventie van de werkgever, het INPS (de belangrijkste Italiaanse premie heffende instantie) de TFR kan betalen aan de werknemer.
Tijdens het dienstverband is de TFR is dan ook feitelijk een nog niet opeisbare maar wel bestaande schuld van de werkgever aan de werknemer, tenzij de werknemer heeft geopteerd voor periodieke betaling of voorschot. Te betalen TFR dient dan ook in de boekhouding van de werkgever en op de jaarrekening te worden vermeld (voor zover de verplichting bestaat een jaarrekening op te maken).
TFR is daarom in principe een vaste looncomponent die opeisbaar wordt aan het einde van het dienstverband tenzij de werknemer in aanmerking komt voor een voorschot of heeft gekozen voor maandelijkse TFR betaling.
De werkgever kan betaling van TFR niet compenseren met uitzondering van het geval dat de werkgever een opeisbare vordering kan verrekenen.
TFR, voor zover nog te voldoen aan het einde van het dienstverband, is niet te kwalificeren als een schadevergoeding voor onterecht of onvoldoende gerechtvaardigd ontslag zoals vaak wordt gedacht of gehoopt door niet ingewijden.
Tot slot, in het bruto jaarloon van een werknemer (zoals bijvoorbeeld vermeld in een arbeidsovereenkomst) wordt over het algemeen NIET de TFR opgenomen. Dat is achteraf voor buitenlandse werkgevers die niet bekend zijn hiermee vaak een onaangename verrassing. Uomo avvisato, mezzo salvato (vri vertaald een gewaarschuwd man telt voor twee).
Milaan, 6.10.2016
Johan de Flines, avvocato (Orde van Advocaten Milaan) en advocaat (Nederlandse Orde van Advocaten)